Pastoor Piet Vroomans (1875 - 1922)

Graag willen wij terugzien op het leven van deze 'bouwpastoor'. Immers als gedachtenis aan deze man is, als teken van dankbaarheid, geld bijeengebracht om zijn laatste rustplaats, op het kerkhof aan de Bredaseweg te Tilburg, op te knappen en van een nieuwe zerk te voorzien. Niets is dan ook zo belangrijk om deze mens, aan wie de parochie zoveel dank verschuldigd is de eer te geven die hem toekomt.

Tegenwoordig, in het computertijdperk, waar alles en nog wat op papier gezet is, snel en gemakkelijk verwerkt kan worden, is dit een stuk gemakkelijker. Toentertijd moest alles met de hand geschreven worden. Daar was niet altijd de gelegenheid en de tijd voor. Toch hebben we nog veel van zijn doen en laten kunnen ontdekken. Vooral het boek "Levensschets van een priester", heeft ons de meeste stof geleverd.

Piet Vroomans, een blijmoedig en grootmoedig man. Hij was een echte 'plannenmaker'. Hij maakte plannen om deze dan meermalen weer te veranderen. Uiteindelijk kwam hij dan wél daar, waar hij wou zijn!

Hij werd geboren in Helmond op de laatste dag van het jaar 1875. Zijn vader was kuiper van zijn vak, toen nog een bekend beroep. Zijn moeder dreef een winkel in manufacturen.

Geen rijk gezin, maar wel een gelukkig gezin. Zijn moeder stierf echter op 31 jarige leeftijd aan de tyfhus. De zus van zijn vader zou van toen af het gezin verder voortzetten, ook later toen zij zelf gehuwd was. Wat was onze 'bouw­pastoor' voor een jongen? In ieder geval zat het religieuze er al vroeg in. Vanaf zijn jongensjaren, ging er haast geen dag voorbij, of hij ging in de kerk 'de kruisweg doen'.Ook later op het seminarie heeft hij deze gewoonte niet laten varen.

Eigenlijk was hij een uitzonderlijk manneke. Zijn beste vriend, waar hij vanaf de lagere school mee omging, vertelde hem eens tijdens een wandeling dat hij graag priester wilde worden. Piet zelf verklaarde toen, dat hij dat ook zo graag wilde. Voor ons onvoorstelbaar, maar die twee kwajongens liepen meermalen samen buiten, tijdens een wandeling, te bidden. Het zat er dus al heel vroeg in wat zijn levensdoel was.

Op 13 jarige leeftijd ging hij naar kostschool "de Ruwenberg". Dit viel hem al vlug tegen. Hij kreeg er een enorme heimwee naar huis. Voor een jongetje van 13 jaar kunnen we dit niet vreemd vinden. Hij heeft zelfs nog eens het voor­nemen gemaakt om dan maar geen priester, maar suikerbakker te worden! Toch is hij met hart en ziel gaan werken aan zijn priesterroeping.

Piet Vroomans; hij kon zo enorm boos worden als hij een standje of straf kreeg als hij meende dit niet verdiend te hebben. In zijn latere leven heeft hij zijn drift nogal eens moeten inhouden. Soms durfde hij niet ter communie te gaan, als hij maar dácht, dit niet voor de volle 100% waardig te zijn. Hij was toch zo gauw bang dat hij Onze Lieve Heer beledigd had.

Meermalen lag hij 's nachts op zijn bed te piekeren over één of andere kleinig­heid. Dan stond hij op om dit met zijn biechtvader eerst in het reine te brengen. Pater Zweers had hem al gauw in de gaten en zei dat de frater die les gaf hem ook wel gerust kon stellen.

Twee jaar is hij op "de Ruwenberg" gebleven. Dat al zijn moeite vrucht heeft gedragen, blijkt wel uit zijn rapportcijfers. Het eerste jaar had hij voor zijn gedrag de derde prijs en voor Frans de zesde.

Na de grote vakantie van 1890 deed de jonge priesterstudent zijn intrede op het Seminarie Beekvliet, te St. Michielsgestel. Hij heeft daar in de normale tijd van zes jaar zijn eerste voorbereidende studies gemaakt voor het priesterschap.

Veel is er over die jaren niet bekend. Hij was een grote magere jongen met een spitse neus. Men noemde hem weleens plagend: "de spitse". Hij bleef een grappenmaker en wist met zijn grappen en grollen behoorlijk succes te boeken. Maar Piet was een voorbeeldig student, dat beaamden de heren waar hij mee op kamers gewoond heeft. Zo is hij eerst op de kamer geweest van de heren J. de Raad en J. Groenen; later respectievelijk pastoor te Boekei en Nistelrode. Hij was stipt in alles en nauwgezet in het vervullen van zijn plichten.

Toen hij ouder werd, kreeg hij zelf ook jonge studenten op zijn kamer. Zo ook de latere pastoor van Riel en pastoor Lammers, die ook nog rector is geweest in het moederhuis van de Fraters van Tilburg.

Bijzonder spraken hem de bijbeliessen aan van prof. Le Blanc, de overleden pastoor van het Goirke. Zijn toch niet geringe studie breidde hij zelf nog uit om in zijn vrije tijd, Engels te leren. Hier heeft hij ook nog een clubje voor opgericht voor studenten, die ook interesse in de Engelse taal hadden. (Engels was toen nog niet zo populair als tegenwoordig)

Ook de resultaten op het Groot Seminarie, mogen goed genoemd worden: de eerste twee jaar, waar vooral wijsbegeerte gestudeerd werd, behaalde hij van de 244 punten er 173.5 en was hij 15de van de 35 leerlingen. De laatste jaren, die vooral aan godgeleerdheid gewijd waren, behaalde hij ook behoorlijke cijfers.

Na zijn studie afgerond te hebben, werd hij in 1902 in Den Bosch tot priester gewijd. Op Sacramentsdag droeg hij zijn eerste H. Mis op in de kapel van het seminarie.

Daaropvolgend celebreerde hij zijn eerste plechtige H. Mis in de St. Lambertus­kerk te Helmond, geassisteerd door zijn Heeroom en achterneef. Na een jaar werd hij benoemd tot kapelaan te Veldhoven.

Vooral zijn interesse met de toen niet zo rooskleurige arbeidersbevolking, heeft altijd zijn belangstelling gewekt. Vooral het bestrijden van drankmisbruik, heeft hem veel van zijn tijd gekost. In die dagen was drankmisbruik, de oorzaak van veel ellende in de gezinnen.

Veel heeft hij ook gedaan in de Maria-verering. Hiervoor was hij een echte propagandist. Al trad hij niet graag op de voorgrond.

Na zijn benoeming tot kapelaan van de Noordhoek in 1909, werd hij door Mgr. v.d. Ven, benoemd tot geestelijk adviseur van de RK. Tabaksverwerkers, toen een bloeiende bedrijfstak in onze stad. Dit is hij gebleven tot zijn overlijden.

Veel heeft hij ook betekend voor de missie. Lapjes en lappen werden door Piet Vroomans in de stad aangekocht. Zelfs kocht hij van V&D in Den Bosch een hele collectie. De afdeling kerkelijke paramenten werd opgeheven. Piet Vroom­ans kocht alles op. Die heeft hij toen later weer met kunst en vliegwerk doorver­kocht om zo voor de missie een mooi potje te spekken.

Een mens kan veel op zijn schouders nemen, Piet Vroomans heeft zich somtijds wel eens vertild! We zullen een opsomming geven van zijn aktiviteiten, ervan bewust dat er veel en veel meer geweest zijn:

  • Hij stichtte het jongens en meisjes patronaat in de Noordhoek, de Jonge Garde.
  • Hij was directeur van de H. Familie en geestelijk voorlichter van het Kruis Verbond.
  • Adviseur van de afd. RK. Werkliedenbond en voorzitter van de Tilburg­se Jonge Werkman.
  • Oprichter van RK. Padvinders Vereniging.
  • Oprichter van het, voor de ouderen onder ons, zo bekende weekblad "Roomsch Leven".  Hij stond aan de wieg van het Tilburgs RK. Bevolkings Bureau.

Tussendoor begon hij aan het opzetten van een R.K. begrafenis regeling. Daarbij had hij dan nog de normale bezigheden in de eigen parochie. Zoals u ziet was dit (soms) wel een beetje teveel van het goede!

Zijn laatste grote taak was het stichten van de Gerardus Majella Parochie.

Wat moet je dan nog meer zeggen? De koster van de Noordhoek, die hem jaren gekend heeft zei het zo: "Mijnheer Vroomans bad zoveel, dat men niet begreep hoe hij nog tijd had om te werken. En hij werkte zoveel, dat men zich afvroeg: hoe heeft hij nog tijd om te bidden?"

Deze woorden van een man die kapelaan Vroomans zoveel jaren gekend heeft, moeten voldoende zijn.

Als bouwpastoor ...

Voor het stichten van meerdere parochies in Tilburg was hij een groot voorstan­der. Hij placht te zeggen: "De grootste kracht om de mensen voor het geloof te bewaren, is de band die hen bindt met de eigen parochiekerk."

Toen men in Tilburg begon te denken om nieuwe parochies te stichten, was hij niet zo heel ver af van zijn eigen pastoraat.

Tot priester gewijd in 1902, was hij in 1920 al 18 jaar priester, kon hij dus verwachten binnen betrekkelijk korte tijd ergens tot pastoor benoemd te gaan worden. Hij had rustig kunnen afwachten, tot hij in een gevestigde parochie benoemd zou worden. Maar dat was niets voor kapelaan Vroomans. Hij wilde zelf van de grond af aan iets opbouwen. Daarbij kwam nog, dat hij zijn hart aan onze stad verpand had. Hij wilde niet graag uit Tilburg weg. Daarom wilde hij zichzelf aanbieden.

Om een parochie te stichten is echter kapitaal nodig. Hij was niet bemiddeld! Het weinige dat hij als kapelaan verdiend had, was reeds lang aan allerlei andere doelen uitgegeven.

Een goede vriend, die hem al meermalen geholpen had, wilde hem ook nu niet in de steek laten. Hij wilde hem helpen aan een pastoorsfonds voor de nieuwe parochie.

Toch viel het hem nièt allemaal in de schoot. In die jaren, na de eerste wereld­oorlog, waren de bouwprijzen enorm hoog en de lonen idem dito. In overleg met pastoor Klijn, stichter van een andere Tilburgse parochie, durfde hij er toch aan te beginnen.

Vanaf het begin liet hij zien, dat hij een goed organisator was, er slag van had zich mobiel te maken voor de goede zaak.

Hij nam contact op met de pas opgerichte 'Heren Congregatie' onder leiding van kapelaan van der Heijden. Deze stichting wijdde zich aan diverse christe­lijke doeleinden. Pastoor Vroomans kwam met zijn voorstel om in de congrega­tie een sectie te formeren, die een steunfonds voor zijn parochie wilde zijn.

In het begin schrok men hiervoor terug. Maar toen er eens goed over nage­dacht was, veranderde men van mening en ging akkoord met het opzetten van dit hulpfonds.

Er werd aktie gevoerd in de andere parochies én in het dekenale blad "Roomsch Leven". In elke kerk stond een bus voor dit doel. Zelatrices werden aangesteld. Veel extra collectes zijn er gehouden. Met succes, uiteindelijk kon f 95.968,- worden uitgekeerd voor het opzetten van nieuwe parochies. Voor die tijd een enorm hoog bedrag!

De kersverse bouwpastoor kreeg de keuze uit de parochie aan de Bredaseweg of die van de Trouwlaan. De eerste zat goed in de centjes, de Trouwlaan stond er, financieel gezien, veel slechter voor. Volgens menselijke berekening was zij de minst begeerlijke.

Piet Vroomans koos de Trouwlaan, want dat was de armste en was bestemd om een volkswijk te worden. Hij wilde, zei hij, de armste van de twee voor zijn rekening nemen. Hij was er zelfs blij mee! Toen hij van de bisschop zijn benoeming kreeg kon hij niet wachten om, stralend van geluk, zijn vrienden het goede nieuws te vertellen. Hij zou het wel redden. Desnoods met een oude communiebank en beelden van andere kerken.

Het mooiste sieraad vond hij de gelovigen, die de kerk zouden bezoeken.

Dat zouden de 'levende beelden' in Gods huis zijn. Als patroon koos hij de Heilige Gerardus Majella, de volksheilige. Even is er nog gedacht aan de H. H. Engelbewaarders, of de H. Familie. Uiteindelijk is het de Heilige Gerardus Majella geworden.

Ondanks de vele giften en subsidies waren de zorgen zwaar. Wellicht te zwaar voor zijn niet al te sterke gezondheid.

In oktober 1921 konden de terreinen van de gemeente gekocht worden. Allerlei omstandigheden hielden de zaak op. Bij de toen al wonende parochianen ging hij vaak op bezoek en was hij een zeer geziene gast.

Maar hij wou vooruit. Omdat hij bang was dat hij niet aan bouwmaterialen kon komen, kocht hij, op eigen gelegenheid, enkele honderdduizenden stenen in België. Die lagen opgeslagen op het bouwterrein.

Toen al haalde sommige parochianen met bouwneigingen zo nu en dan een partijtje stenen weg voor eigen gebruik! Toen op een vergadering een opmer­king over dit verschijnsel werd gemaakt, zei hij: "Ach, als ze maar in de pa­rochie blijven."

Zo ging het moeizaam verder.

Hij heeft het begin van de bouw nog gezien. Maar al spoedig meldde zijn ziekte zich aan. Op een avond, na een vergadering is hij ziek naar huis gegaan. Een longontsteking heeft hem zijn leven gekost. Na een zware en vreselijke dood­strijd is hij op 23 januari 1922 in de pastorie van de Noordhoek overleden.

Zijn erfenis werd aanvaard door pastoor Verschuren, die op 7 februari tot opvolger van pastoor Piet Vroomans werd benoemd.

Ruim een jaar na zijn dood, vond op 3 mei 1923 de plechtige inzegening en opening van de kerk plaats.

De bouwpastoor van onze Trouwlaan Parochie was niet meer. Zijn laatste grote werk waar hij zich met hart en ziel voor ingezet heeft, heeft hij niet kunnen voleinden. De stichting van een nieuwe parochie in Tilburg. Onze parochie, de Heilige Gerardus Majella Parochie.